Iedereen heeft ze, de één meer dan de ander. In periodes van stress of tijdens onverwachte gebeurtenissen heb je er vaak meer.
Ze zijn heel nuttig. Deze negatieve/pest gedachten helpen je namelijk om te zorgen dat het de volgende keer niet weer mis gaat. Gedachten als: Ik leer het nooit of ik heb het echt verpest, zorgen er voor dat je de volgende keer beter je best gaat doen. Best handig dus.
Deze gedachten kunnen echter ook gaan overheersen. Dan ga je het de volgende keer helemaal niet meer doen omdat je te bang bent dat het fout gaat. Dan spreken we over faalangst.
Faalangst kan er voor zorgen dat je situaties uit de weg gaat en als je ze wel aan gaat, blokkeert. Je weet niet meer wat je moet doen en het gaat daardoor juist fout. Dit bevestigt dan weer wat je al dacht; ik leer het nooit en ik verpest het toch.
Je komt in een spiraal naar beneden.
De functie van de gedachten, je helpen en beschermen tegen pijn, is nu helemaal niet helpend meer.
Wat kun je doen om dit te doorbreken?
Ik heb een korte training van een aantal weken voor je waarin je aan de slag gaat met het herkennen van deze gedachten en waar je kunt gaan bekijken wat je er mee wil. Als je dit zelf heel lastig vindt, start dan alleen en volg hem daarna nog een keer met je kind samen. Herken je je gedachten zelf al heel goed, dan kun je meteen samen met je kind starten. Het fijne van het samen doen is dat je kind ziet dat hij/zij niet de enige is die wel eens lelijk over zichzelf denkt.
Week 1
Probeer dit 7 dagen te doen. Neem een vast moment op de dag waar je luistert, zodat je je even bewust bent van wat je denkt.
Daarnaast probeer je of je er door de dag heen ook nog een paar kunt vangen.
Blijft je kind het heel lastig vinden om de negatieve/pest gedachten te herkennen? Neem dan eens contact met me op. We kunnen samen kijken wat we kunnen doen om het makkelijker te maken. Door bijv. bij het gevoel of de situatie te starten i.p.v. bij de gedachten. Je kunt me bellen/ appen op 06-28575071 of mailen naar dapperkindercoaching@gmail.com
De citotoetsen zijn weer begonnen. Op veel scholen worden de kinderen 2 keer per jaar getoetst om te kijken hoe hij/zij ervoor staat. Dit zijn toetsen die naast de gewone toetsen worden afgenomen.
Voor veel kinderen is dit een spannende periode. Ondanks dat het alleen maar aangeeft waar je kind op dit moment is en waar het nog op moet oefenen, wordt er toch vaak veel druk gelegd op deze toetsen. Onbewust door onszelf als ouders, leerkrachten en door het kind zelf.
Als ouders willen we graag dat ons kind het goed doet op school. Vaak wordt ‘het goed doen op school’ afgemeten met de resultaten die je kind levert. Haalt je kind hoge cijfers, dan gaat het goed. Haalt hij lage cijfers, dan gaat het dus niet goed en moet je kind beter zijn best doen.
Voor leerkrachten is het ook belangrijk dat een groot deel van de groep een mooie prestatie levert. De cijfers van de cito, en vooral ook de vorderingen, worden door de inspectie bekeken en als school zijnde word je daar tijdens een inspectie bezoek op beoordeeld.
Als laatste is er ook nog het kind zelf dat het graag goed doet. Je kind wil zelf ook graag een hoog cijfer halen. Je kind werkt hard en wil ook laten zien dat het goed is in het leren van bepaalde vakken of zelfs in alle vakken. Soms kan je kind de druk van anderen en van zichzelf zo hoog voelen, dat het gedachten krijgt die zorgen dat het goed maken van een toets een heel stuk lastiger wordt. Je kind kan zelfs faalangstig worden.
Hoe merk je dat je kind het eng vindt om toetsen te maken? Als je kind aangeeft steeds lichamelijke klachten te hebben voor een toets (zoals hoofdpijn en buikpijn). Als je kind de toets ineens veel slechter maakt. Als je kind sneller boos is in de periode dat er toetsen zijn op school. Als je kind aangeeft dat het de toetsen niet kan maken en het gewoon niet lukt. Als je kind heel zenuwachtig is voor een toets. Dit zijn allemaal signalen die aan kunnen geven dat je kind veel moeite heeft met toetsen.
Wat kun je er aan doen?
1. Je kunt met je kind praten over wat je opvalt in het gedrag. Vraag bijv.: Ik merk dat je iedere keer als er een toets is, je ziek voelt. Of niet naar school wilt. Klopt dat? Heeft het één met het ander te maken? Vind je het heel spannend om een toets te maken?
2. Laat je kind maar praten. Probeer geen oplossingen aan te dragen of adviezen te geven. Hoe handig en goed bedoeld ze ook zijn.
3. Vraag je kind naar de gedachten die horen bij een toets. Bijv. ‘ik kan het niet’, ‘het lukt me nooit’, ‘ik ben heel dom’. Zijn dit gedachten die je helpen om te toets te maken? Nee! Wat zijn gedachten die er voor kunnen zorgen dat het wat beter zou gaan? Ik probeer het, ik begin en kijk wat me wel lukt (wat me niet lukt sla ik even over en bekijk ik later nog een keer), ik mag dit lastig vinden. Als ik iets moeilijk vind, dan betekent dat niet dat ik dom ben.
4. Oefen met je kind een ontspanningsoefening die je kunt doen om je lijf wat rustiger te maken voor je een toets gaat maken. Bijv. 4 tellen inademen door je neus, 7 tellen adem vast houden en 8 tellen uitademen door je mond
Blijft je kind ondanks al je hulp toch faalangstig? Neem dan eens contact met me op. Samen kunnen we kijken hoe we de faalangst aan kunnen pakken. Dit doen we door een concreet stappenplan te maken met de oplossingen van je kind. We gaan hier mee oefenen tot we merken dat een toets weer een normaal stress puntje is, maar niet meer allesoverheersend. Bel of app me op 06-28575071 of mail me via dapperkindercoaching@gmail.com